Pols & Hand

Carpaal tunnel syndroom – Tintelende/slapende handen

Het carpaal tunnel syndroom (CTS) is een inknelling van zenuw aan de buigzijde van de pols, waar die in een nauw kanaal loopt samen met pezen. De symptomen – tintelend, slapend gevoel – komen voor in duim, wijsvinger, middenvinger en in de helft van ringvinger.

Een bevraging en klinisch onderzoek zijn nodig om het onderscheid met andere oorzaken te maken. EMG (elektromyografie) is in veel gevallen noodzakelijk. Soms is een injectie nuttig. Vaak is een heelkundige ingreep de uiteindelijke oplossing.

Uitstraling in de pink

De oorzaak van uitstraling in de pink kan in de pols liggen. Meestal is een probleem aan de elleboog de oorzaak.

Springvinger /Knipmesvinger

Er is sprake van een springvinger of knipmesvinger wanneer een vinger soms met moeite van plooi- naar strekstand raakt (of soms omgekeerd). Dit komt meestal doordat de pees op bepaalde plaats verdikt is. Daardoor kan deze pees niet meer door de spanbandjes kan die ze normaal op haar plaats houden.

Een klinisch onderzoek moet de juiste diagnose toelaten. Een inspuiting kan overwogen worden. Daarbij moet rekening worden gehouden met verzwakking en latere scheur van de pees. Eventueel moet een heelkundige ingreep gebeuren

Verlittekening in de handpalm met stijfheid van de vingers in buigstand – Syndroom van Duypuytren

Meestal wordt gewacht met een behandeling. In de nabije toekomst zullen nieuwe therapieën met lokale middelen beschikbaar zijn. Als de hand niet meer vlak op tafel kan, is een heelkundige greep het overwegen waard.

Pijn aan de rugzijde van de voorarm

Pijn aan de rugzijde van de voorarm kan wijzen op het syndroom van DeQuervain of op nog overkruisingstendinitis. Beide zijn reacties op peesschade door lokale wrijving.
De behandeling bestaat doorgaans uit een rustspalk in combinatie met lokale therapie. Eventueel kan een heelkundige ingreep gebeuren.